wiskonst.nl


Achtergronden : Nederlandse wiskunde in de 16e en 17e eeuw

In de 16e en 17e eeuw zien we veel elementen van de huidige wiskunde voor het eerst verschijnen. Zo worden decimaalbreuken ingevoerd door Simon Stevin in 1585. In 1637 beschreef Descartes voor het eerst de algebraïische notatie (met met letters x, y, a, b enz.) die tegenwoordig nog steeds op de middelbare school gebruikt wordt. Vanaf 1664 en 1675 ontwikkelden Newton en Leibniz de differentiaal- en integraalrekening. Tussen 1580 en 1660 werd veel belangrijk wiskundig werk in de Nederlanden (inclusief België) gedaan, niet alleen door Nederlanders en Belgen, maar ook door anderen die in de Nederlanden verbleven of erheen waren gevlucht. De beroemde boeken van Stevin over decimaalbreuken en van Descartes over de nieuwe algebraïsche notatie zijn allebei voor het eerst in Leiden verschenen.

Sommige Nederlandse auteurs schreven hun werken over wiskunde in het Latijn en Frans, zodat ze ook door buitenlandse geleerden konden worden gelezen. Er werd echter ook veel wiskunde gedaan door mensen die geen Frans en Latijn kenden of niet in deze talen wilden schrijven. Simon Stevin vond dat het Nederlands eigenlijk de meest geschikte taal was om wetenschap in te doen, en hij ontwikkelde veel "echte" Nederlandse wiskundige woorden, waarvan sommige in aangepaste vorm nog steeds gebruikt worden (zoals "middellijn" "loodlijn", "evenaar", "omtrek" enz., en ook "wiskunde", dat is afgeleid van "wisconst".) Het Nederlands is een van de weinige talen met een eigen woord voor "wiskunde", de meeste andere talen hebben een woord dat van het Latijnse (ars) mathematica is afgeleid. Aan de universiteit van Leiden (waar de colleges in het Latijn gegeven werden) werd in 1600 een aparte Nederlandstalige wiskunde-opleiding opgericht die tot 1679 functioneerde. In de 16e en 17e eeuw zijn honderden boeken over wiskunde in het Nederlands verschenen.

Sinds de negentiende eeuw is al veel historisch onderzoek gedaan naar de Nederlandse wiskunde in de 16e en 17e eeuw. Zo zijn de verzamelde werken van de top-wiskundige Christiaan Huygens (bijna allemaal in het Frans of Latijn) helemaal uitgegeven, en die van Simon Stevin voor een deel. Ook de nieuwe algebra van Descartes (in het Frans) en het werk van zijn Nederlandse leerlingen (in het Latijn) is goed bestudeerd. Doordat betrekkelijk weinig mensen op de wereld Nederlands kennen, is aan de oude Nederlandstalige geschriften minder aandacht besteed. Ze zijn bijvoorbeeld onbegrijpelijk voor de meeste historici van de wiskunde in Frankrijk en de Verenigde Staten. Daardoor is over de 16e en 17e eeuwse Nederlandstalige wiskunde relatief weinig bekend in vergelijking met de omringende landen (Frankrijk, Duitsland, Engeland). Dit geldt onder andere voor Nederlandstalige meetkunde, cossische algebra (d.w.z. op de manier van de tijd voor Descartes), trigonometrie, en ook voor toepassingen van de wiskunde in sterrenkunde, zeevaart, zonnewijzers, perspectief, en fortificatie.

Voor moderne Nederlandse studenten in wiskunde en andere exacte vakken vormen oude Nederlandse boeken een leuk onderzoeksonderwerp. Doordat er vaak weinig over bekend is, doen de studenten al gauw nieuw onderzoek. De site www.wiskonst.nl bevat een collectie scripties en verslagen, die het product zijn van zulk onderzoek.

Een kort overzicht van enkele hoogtepunten uit de Nederlandse wiskunde in de zeventiende eeuw is te vinden in een redevoering van D. Korteweg uit 1894 aan de Amsterdamse universiteit. Korteweg heeft veel werk gedaan aan de uitgave van de verzamelde werken van Christiaan Huygens, en daarom was hij zeer deskundig in de 17e-eeuwse wiskunde. Sommige details in zijn redevoering zijn achterhaald, maar het totaalbeeld is nog steeds interessant om te lezen.

Inleidende literatuur over geschiedenis van de wiskunde in Nederland in de zestiende en zeventiende eeuw

Een kort overzicht over zeventiende eeuwse wiskunde is hoofdstuk 1 van Jan van Maanen, Facets of seventeenth-century mathematics in the Netherlands, Utrecht 1987.

Voor een algemeen overzicht van de geschiedenis van wiskunde en andere wetenschappen in de zeventiende eeuw: zie Dirk J. Struik, Het land van Stevin en Huygens, Nijmegen 1979; voor wetenschapsgeschiedenis van Nederland tot en met de negentiende eeuw zie Klaas van Berkel, In het voetspoor van Stevin: geschiedenis van de natuurwetenschap in Nederland, 1580-1940, Meppel: Boom, 1985; een recent overzicht van de geschiedenis van de wiskunde in Nederland is: Gerard Alberts, Eisso Atzema, Jan van Maanen, Mathematics in the Netherlands: A Brief Survey with an Emphasis on the Relation to Physics, 1560-1950, in K. van Berkel, A. van Helden, L. Palm, eds., A History of Science in the Netherlands: Survey, Themes and Reference Leiden: Brill, 1999. Zie ook: A.W. Grootendorst, ed., Vacantiecursus 1989: Wiskunde in de Gouden Eeuw, Amsterdam: Centrum voor Wiskunde en Informatica, CWI Syllabus 25.

Rekenboeken in de zestiende eeuw: Marjolein Kool, Die Conste vanden Ghetale: Een studie over Nederlandstalige rekenboeken uit de vijftiende en zestiende eeuw, met een glossarium van rekenkundige termen. Hilversum: Verloren, 1999.

Interestrekening: C.M. Waller Zeper, De oudste interesttafels in Italië, Frankrijk en Nederland, met een herdruk van Stevin's "Tafelen van Interest", Amsterdam 1937.

Landmeten: H.C. Pouls, De landmeter: inleiding in de geschiedenis van de Nederlandse landmeetkunde van de Romeinse tot de Franse tijd , Alphen aan de Rijn: Canaletto/Repro-Holland, 1997.

Descartes en zijn school: zie o.a. Henk Bos, Redefining geometrical exactness, New York: Springer, 2001; Jan van Maanen, Facets of seventeenth-century mathematics in the Netherlands, Utrecht 1987.

Simon Stevin: E.J. Dijksterhuis, Simon Stevin, Den Haag: Nijhoff, 1943 (er is een verkorte Engelse versie: E.J. Dijksterhuis, Simon Stevin: Science in the Netherlands around 1600, The Hague: Martinus Nijhoff, 1970)

Christiaan Huygens: voor een inleiding zie C.D. Andriesse, Titan kan niet slapen: een biografie van Christiaan Huijgens. Amsterdam: Contact, 1993, 413 pp., Rienk Vermij, Huygens, de mathematisering van de werkelijkheid, Diemen: Veen Magazines, 2004, of (voor leerlingen) Rienk Vermij, Hanne van Dijk en Carolien Reus, Christiaan Huijgens. Utrecht: Epsilon Uitgaven, 2003.

Bibliografie: David Bierens de Haan, Bibliographie néerlandaise historique-scientifique des ouvrages importants dont les auteurs sont nés aux 16e, 17e et 18e siècles sur les sciences mathématiques et physiques avec leurs applications, Rome 1883, herdrukken Nieuwkoop: de Graaf, 1960 en 1965; David Bierens de Haan, Bouwstoffen voor de geschiedenis der wis- en natuurkundige wetenschappen in de Nederlanden, Amsterdam 1878-1887, 2 delen.

P.M: Voor Nederlandse wiskunde tussen 1750 en 1850 zie Danny Beckers, Het despotisme der mathesis: opkomst van de propaedeutische functie van de wiskunde in Nederland, 1750-1850. Hilversum: Verloren, 2003.

Er is een literatuurlijst over geschiedenis van de wiskunde in het Nederlands, ook een lijst met 16e en 17e-eeuwse Nederlandstalige wiskundige bronnen (in opbouw).

Opmerkingen, correcties en suggesties kunnen gestuurd worden naar Steven Wepster, email s.a.wepster_at_uu.nl

©2008 www.wiskonst.nl