wiskonst.nl


Woordenlijst

achtgrondich lichaem - Octaëder, regelmatig achtvlak.(Stevin)

begeerde - Vereiste. (Stevin)

beginselen - Eenheden. Aangegeven met (0) in de notatie van De Thiende. (Stevin)

bequaem - Handig. (Stevin)

bijl - Trapezium. (Stevin)

brandtsne - Parabool. (Stevin)

bultich vlack - Gekromd (meestal bolvormig) manteloppervlak. (Stevin)

claer - Duidelijk. (Stevin)

cleen - Klein. (Stevin)

cloot - Bol. (Stevin)

clootsche - Sferoïde, omwentelingsellipsoïde. (Stevin)

clootvlack - Boloppervlak. (Stevin)

coordsne - Segment. (Stevin)

corte keghel - Afgeknotte kegel. (Stevin)

cyraet - Sieraad. (Stevin)

daet - Praktijk. (inde daet - in de praktijk) (Stevin)

derde everednighe - Derde evenredige. C is de derde evenredige van A en B indien geldt: A : B = B : C. (Stevin)

eersten - Tienden. Aangegeven met (1) in de notatie van De Thiende. (Stevin)

even - Gelijk, even groot. (Stevin)

evenwijt - Even groot. (Stevin)

eysch - Eis. (Stevin)

ghedeurighe everedenheyt - Een aantal grootheden A, B, C, ... zijn in gedurige evenredigheid als ze een meetkundige rij vormen. Dat wil zeggen: A : B = B : C = ... (Stevin)

ghedrievoudichde - Tot de derde macht verheven. (Stevin)

ghelijck - Gelijkvormig. (Niet: identiek.) (Stevin)

ghemeene - Gewone, gebruikelijke. (ghemeene sne - snijlijn, snijvlak) (Stevin)

ghescheyden reden - Het scheyden van een reden wil zeggen dat uit de bewering A : B = C : D volgt dat ook (AB) : B = (CD) : D. (Stevin)

gheschickt - Regelmatig. (gheschickt plat - regelmatige veelhoek; gheschickt lichaem - regelmatig veelvlak) (Stevin)

ghesticht - Gebouw. (Stevin)

grond - Grondvlak. (Stevin)

grontteykening - Plattegrond. (Stevin)

halfmiddellijnsne - Een deel van een bol. De halfmidellijnsne wordt begrensd door de straal vast te nemen in het middelpunt van de bol en vervolgens het uiteinde van de straal een cirkel laten beschrijven in de bol. Alles wat er binnen valt is de halfmiddellijnsne van de bol. Modern woord: bolsector. (Stevin)

halfmiddellijn - Straal. (Stevin)

halfrondtvervulling - Supplement. (Stevin)

hanghende - Loodlijn. (Stevin)

houckmaet - Sinus. (Stevin)

keghelsche - Omwentelingsparaboloïde of tweebladige hyperboloïde. (Stevin)

lanckrondt - Ellips. (Stevin)

langclootdeel - Deel van een ellipsoïde. (Stevin)

langde - Lengte. (Stevin)

lattoen - Messing. (Stevin)

leer - Liniaal. (Eigenlijk: ladder.) (Stevin)

legher - Lager. (Stevin)

leughenswee - Instrument om hoeken mee af te passen. (Stevin)

lichticheyt - Gemak. (Stevin)

lijckstandig - Overeenkomend. (Stevin)

mael - Quotiënt. (Stevin)

maet - Grootte, afmeting. (Stevin)

menichvuldighen - Vermenigvuldigen. (Stevin)

merckt - Opmerking. (Stevin)

meterscruys - Het is een meetinstrument om sichtstralen te bepalen. Het is een stok van ongeveer 5 voet, met aan de onderkant een ijzeren pin om de stok rechterovereind in de grond te steken. Op de stok staat een kopere plaat van ongeveer 8 of 10 duim waarop 2 lijnen getrokken zijn. De 2 lijnen gaan door de middens van de zijkanten en snijden elkaar loodrecht in het midden van de plaat. Op het eidne van de 2 lijnen staan pinnen met gaten om doorheen te kijken. (Stevin)

middeleverednighe - Middelevenredige. De middelevenredige van A en B is de grootheid C zodat A : C = C : B. De twee middelevenredigen van A en B zijn de grootheden D en E zodat {A, D, E, B} een meetkundige rij is. (Stevin)

na - Bij, in de buurt van, naar. (Stevin)

naelde - Piramide. (Stevin)

oneven - Ongelijk (antoniem van even). (Stevin)

oneyndelicke - Oneindige. (Stevin)

onghenakelick - Onbereikbaar. (Ook: ongherakelick.) (Stevin)

oirt - Plaats. (Stevin)

peez - Koorde. (Stevin)

plat - Vlak. (Stevin)

platclootsche tuyghen - Is een instrument waar een ellips mee getekend kan worden. (Stevin)

plattich lichaem - Veelvlak. (Stevin)

pylaer - Prisma. (viercante pylaer - balk) (Stevin)

qualick - Slecht. (Stevin)

raecklijn - Tangens. (Stevin)

rechthouckich - Loodrecht. (Stevin)

rechtlinich plat - Veelhoek. (Stevin)

reden - Verhouding. (Stevin)

rije - Een liniaal zonder verdeling. (Stevin)

rijnck - Ring. (rijncxken - ringetje) (Stevin)

rondt - Cirkel. (Stevin)

scheefrondt - Ellips. (Stevin)

schilboochs houckmaet - Cosinus. (Stevin)

sesgrondich lichaem - Hexaëder, regelmatig zesvlak, kubus. (Stevin)

seul - Cilinder. (Stevin)

sichteinder - Horizon. (Stevin)

sichtstralen - Op een lijn liggen meerdere punten. Men gaat zo staan dat al deze punten te zien zijn als één punt. De lijn waarover men kijkt is de sichtstraal. Een sichtraal wordt gevonden met behulp van een meterscruys. (Stevin)

slachtlijn - Wordt gebruikt door timmerlieden om een rechte lijn te tekenen. Het is een dun koort bestreken met krijt. (Stevin)

slangtreck - Spiraal. (Stevin)

slincker - Linker. (Stevin)

soot valt - Willekeurig ("zo het valt"). (Stevin)

sop - Top. (Stevin)

spiegheling - Theorie. (in spiegheling - in theorie) (Stevin)

teerlinck - Kubus, derdemacht. (Stevin)

teerlincksche sijde - Derdemachtswortel. (Ook: teerlincxsijde.) (Stevin)

telconst - Rekenkunde. (Stevin)

teyckenen - Tekenen, bouwen, construeren, etc. (Stevin)

trap - Graad (bij een hoek), eenheid van schaalverdeling (bij een liniaal). (Stevin)

twelfgrondich lichaem - Dodecaëder, regelmatig twaalfvlak. (Stevin)

twintichgrondich lichaem - Icosaëder, regelmatig twintigvlak. (Stevin)

verheyt - Afstand. (Stevin)

viercant - Vierkant, kwadraat. (Stevin)

viercanting - Kwadratuur. (Stevin)

viercantsijde - Vierkantswortel. (Stevin)

vierde everednighe - Vierde evenredige. D is de vierde evenredige van A, B en C indien geldt: A : B = C : D. D is de vierde evenredige van A en B indien geldt: A : B = B : E = E : D. (Stevin)

viergrondich lichaem - Tetraëder, regelmatig viervlak. (Stevin)

vergaren - Optellen. (Stevin)

vervolgh - Gevolg. (Stevin)

voorstel - Propositie (evt. stelling). (Stevin)

wassendesne - Hyperbool. (Stevin)

wijder - Verder. (Stevin)

wijnckelhaeck - Winkelhaak. (Stevin)

 

 

©2008 www.wiskonst.nl