Jan Hendrik Glazemaker was een zeventiende-eeuwse vertaler van een groot aantal literaire en filosofische werken. Hij woonde in Amsterdam en had daar veel contacten binnen de doopsgezinde gemeenschap. Voor wiskundigen is hij vooral interessant omdat hij de Geometrie van Descartes vertaald heeft, evenals het grootste deel van de andere werken van Descartes. Jan Hendrik Glazemaker heette het eerste deel van zijn leven niet Glazemaker, maar Jan Hendricksz. Zijn vader heette namelijk Hendrik Jansz van Abcoude en de naam van zijn moeder was Sibbeltien Hendrix. Zijn ouders gingen in ondertrouw op 11 augustus 1618 en op 25 augustus 1618 vond het huwelijk plaats. In 1619 of 1620 moet Jan Hendrik geboren zijn. Hij heeft zijn vader echter nauwelijks gekend, want die is niet zo lang daarna overleden. Dat weten we omdat zijn moeder in 1626 opnieuw trouwde. De ondertrouwacte van 20 december 1625 vertelt ons het volgende.
We zien dat zij in 1625 al minstens vier jaar weduwe was. De nieuwe echtgenoot heette Wijbrandt Reijndersz, en we lezen hier dat hij glazenmaker was. Uit verscheidene doopactes blijkt dat de familie van Glazemaker lid was van de Vlaamse doopsgezinde gemeente in Amsterdam. Op 22 juni 1642 sloot hij zich daar zelf ook bij aan. Vanaf 1643 verschenen de eerste vertalingen van Jan Hendrik Glazemaker. Tot aan zijn dood bleef Glazemaker vertalen, een paar vertalingen zijn pas postuum gepubliceerd. Op 27 mei 1651 vond de ondertrouw plaats van Jan Hendrik Glazemaker zelf met Cathalyntie Cardinael. Ook hun ondertrouwacte is bewaard gebleven.
Hieruit blijkt dat Glazemaker toen nog gewoon Jan Hendrixss heette en dat zijn beroep glazenmaker was. Het is niet bekend of hij ook later in zijn leven glazenmaker gebleven is, of dat hij uiteindelijk alleen vertaler was. Ook zien we dat zijn moeder inmiddels was overleden. Ze trouwden op 18 juni 1651. Catalyntie Cardinael was de dochter van de Amsterdamse rekenmeester Sybrandt Hansz Cardinael (1578 - 1647). Cardinael heeft Descartes eens ontmoet, maar hij was een aanhanger van het geocentrische wereldbeeld en wenste niet met Descartes in discussie te gaan. Bovendien was Cardinael toen de vertaling van de Geometrie uitkwam al 12 jaar dood, dus hij kan niet de vriend zijn die Glazemaker met zijn vertaling heeft geholpen. Het zou wel zo kunnen zijn dat Glazemaker deze vriend heeft leren kennen via kennissen of de school van Cardinael, maar aangezien we niet weten wie deze vriend was, is dat niet bekend. Aan het eind van zijn leven interesseerde Glazemaker zich ook voor de handel in boeken. Hij schijnt zelf een grote bibliotheek bezeten te hebben, die na zijn dood verspreid geraakt is. Hij overleed in 1682. Jan Hendrik Glazemaker en Catalyntie Cardinael kregen één dochter: Sibilla. Het is niet bekend wanneer zij is geboren. Ze is nooit getrouwd. In 1683 maakte Glazemakers stiefvader, Wijbrandt Reijndersz, zijn laatste testament op. Wijbrandt Reijndersz wijst in zijn testament Gerrit Koeck ende Jan Reuwertse, boecvercoper, beyde zijne goede bekende aan als executeurs. Deze boekverkoper Jan Rieuwertsz is de man die Glazemakers vertalingen van de werken van Descartes heeft uitgegeven. Blijkbaar was hij een bekende van de familie. In 1684 overleed Wijbrandt Reijnersz. Dochter Sibilla overleed op 21 februari 1699. Haar vermogen en andere bezittingen werden geïnventariseerd. Daardoor is precies bekend dat ze 24459 gulden, 2 stuiver en 8 cent bezat. We weten ook hoeveel boeken ze had en van welke formaten. Het is echter niet bekend welke boeken dat waren en dus ook niet of ze nog boeken had die haar vader had vertaald. [klik voor stamboom overzicht] Werk In 1643 verscheen de eerste vertaling van J.H. Glazemaker: Argenis van John Barclay. Dit werk was geschreven in het Latijn, maar Glazemaker vertaalde het vanuit het Frans. In 1680 zegt hij namelijk over deze vertaling:
In 1643 beheerste hij het Latijn dus nog niet. In 1646 echter heeft hij Livius vertaald uit het Latijn. Het was de bedoeling dat hij een herdruk van een eerdere Nederlandse vertaling zou verzorgen, maar al doende bleek dat er te veel niet deugde aan deze eerdere vertaling:
Toch vond hij het Latijn nog moeilijker te vertalen dan het Frans, zoals blijkt uit zijn vertaling van brieven van Seneca uit 1654:
Blijkbaar kon hij uit het Frans preciezer en nauwkeuriger vertalen dan uit het Latijn. Wat betreft zijn vertaling van de Geometrie is het is niet bekend of Glazemaker behalve de oorspronkelijke Franse editie ook de Latijnse vertaling van Van Schooten heeft gebruikt. Glazemaker heeft nooit Grieks geleerd, hoewel hij wel bijvoorbeeld de Ilias van Homerus vertaald heeft. Die vertaalde hij echter uit het Frans. BibliografieGlazemaker heeft 68 vertalingen op zijn naam staan. Om een indruk te geven van het soort werken dat hij vertaalde volgt hieronder een selectie uit zijn werken. Een volledig overzicht van zijn werk is te vinden in [Thijssen-Schoute 1967], p. 226 - 261. Het is interessant hier nog te vermelden dat tussen 1656 en 1661 negen vertalingen van werken van Descartes verschenen. Deze zijn niet allemaal opgenomen in de selectie hieronder. In 1656 verscheen de eerste vertaling van Descartes' Discours de la Méthode zonder de essays, in 1659 verscheen een nieuwe vertaling waarin ook de essays, waaronder de beroemde Geometrie waren opgenomen. In 1684 kwam postuum nog een deel van Descartes' brieven in vertaling uit. In 1690-92 gaf Jan ten Hoorn een herdruk uit van al Glazemakers Descartes-vertalingen, in vier delen. De volgorde is helemaal anders en er zijn enkele door anderen vertaalde stukken toegevoegd.
Bron: [Thijssen-Schoute 1967] |