wiskonst.nl


De ruzies van van Ceulen - Werken- Commentaar Proefsteen


Inleiding

In 1586 publiceerde Ludolph van Ceulen het werk met de titel Proefsteen Ende Claerder wederleggingh dat het claarder bewijs (so dat ghenaempt is) op de gheroemde ervindingh vande Quadrature des Circkels een onrecht te kennen gheven, ende gheen waerachtich bewijs is : hier by gevoeght Een corte verclaringh aengaende het onverstant ende misbruyck inde reductie op simpel interest den gemeenen volcke tot nut (vanaf nu: Proefsteen). In het voorwoord aan de lezer schrijft Ludolph van Ceulen dat hij alvorens over te gaan tot de wiskunde, eerst kort uit wil zetten wat hem tot het schrijven van het werk genoodzaakt heeft. Dit voorwoord geeft hierdoor een goed beeld van de totstandkoming van het werk.

In 1584 verscheen van de hand van Simon vander Eycke Quadrature du cercle, ou Maniere de trouver un quarre egual au cercle donne, et au contraire un cercle egual au quarré proposé avec la raison de la circumference au diametre (vanaf nu: Quadrature du cercle)). In dit werk beweert Vander Eycke dat de verhouding tussen de omtrek van een cirkel en zijn diameter gelijk is aan 1521/484 staat tot 1. In het voorwoord aan de lezer schrijft Van Ceulen dat de burgemeester van Alkmaar, Adriaan Anthonisz., aantoonde dat het werk van Vander Eycke fouten bevatte. Adriaan Anthonisz. verzocht Van Ceulen om ook naar het werk te kijken. Dit heeft Van Ceulen gedaan en hij kwam tot dezelfde conclusie als Anthonisz.

Omdat "de verswyging der waerheyt my effen zo onbetamelyck gheweest zoude zyne" besloot Van Ceulen zijn bevindingen te publiceren. Zijn beweegreden was dus dat de waarheid boven water moest komen. De kritiek op Vander Eycke werd gepubliceerd in Kort claar bewijs dat die nieuwe ghevonden proportie eens circkels iegens zyn diameter te groot is ende ouerzulcx de quadratura circuli des zeluen vinders onrecht zy (vanaf nu: Kort claar bewijs). Ludolph van Ceulen werd in zijn kritiek op Vander Eycke gesteund door een groep mannen die hij opsomt in het voorwoord. Naast de reeds genoemde Adriaan Anthonisz. kreeg Van Ceulen steun van Michiel Coignett, Simon Stevin [LINK], Nicolaas Petri, Jan de Groot, Gideon Fallett en Adriaan Ockersz.

In antwoord op dit boekje van Van Ceulen publiceerde Simon vander Eycke in 1586 het boekje dat hij opdroeg aan het stadsbestuur van Delft. In dit werk verwerpt Simon vander Eycke zijn eerder aanname over de verhouding tussen de omtrek en de diameter van de cirkel. In plaats daarvan stelt hij dat de juiste verhouding gelijk is aan √(√( 5120) - 32). Tegenwoordig zijn er geen exemplaren van dit boekje meer bekend. Bierens de Haan had wel een exemplaar en de titel was volgens hem Claerder bevvys op de quadratvere des cirkels. Omdat Van Ceulen in dit werk bekritiseerd wordt door Vander Eycke en de nieuwe beweringen van Vander Eycke wederom niet juist zijn, ziet Van Ceulen zich genoodzaakt te reageren op het Claerder bewijs van Vander Eycke. Dit doet hij in Proefsteen.

Wiskundig commentaar


Het commentaar is hier te downloaden als .pdf-file. De bijbehorende figuren staan hier (figuur 1,2 en 3) en ook hier (figuur 4), beide ook als .pdf-file

Taalgebruik en woordspelingen

Ludolph van Ceulen trekt in zijn bewoordingen fel van leer tegen Simon vander Eycke. Zo zegt zegt hij in het voorwoord dat hij "niet uyt eergiericheyt / roem / oft wangunste / zo vander Eycke my t'onrecht nagheeft " begonnen is aan het schrijven van het boekje.

Nadat Ludolph van Ceulen heeft bewezen dat Simon vander Eycke geen gelijk heeft, refereert hij aan het 'bewijs' van Vander Eycke als een "meer versuft dan vernuft bewys dat ick niet en weet off hy meer is te belachen dan te beschraeyen / dat hy d'ooghen des verstandighe waert so te begoochelen (...) ". Ludolph van Ceulen laat duidelijk blijken dat hij niet meer weet of hij nu om het boekje van Vander Eycke zou moeten lachen of zou moeten huilen omdat Vander Eycke de mensen zo probeert te bedonderen.

Aan het begin van het tweede deel van Proefsteen dat de interestbereking behandelt, maakt Van Ceulen een woordspeling op de geboorteplaats Dôle van Simon vander Eycke:

"Dat Simon vander eycke tot dolen geboren / doolt inde hooghwightighste stucken der const (...) is niet te verwonderen: maer dat hy in dolinghe hertneckigh voort vaert / hem seluen bouen de verstandighe stelt / ende nochtans groflyck faelt in de slechste beghinselen der Arithmetiken (...) is (...) berispwaerdigh."

 

©2008 www.wiskonst.nl